De Heer daalt af om te zien wat er gebeurt; Hij ziet de bouw van de toren van Babel; God verwart de taal van de volkeren, Abram staat op.

 

 

 

1. En de HEER daalde af en zag de stad en de toren welke de mensenkinderen aan het bouwen waren; en de Heer zei: ‘Zie, de mensen zijn één en ze hebben allemaal één taal en daarom begonnen ze een toren te bouwen want ze kijken naar de woorden van één man die benoemd is tot de positie van een god onder de mensen in het vlees. En nu zal er geen beperkingen zijn aan wat ze van plan zijn om te doen, tenzij Ik, de Heer, hun taal verwar zodat niemand de uitspraak van een ander begrijpt. Want Ik, de Heer, zal hen verstrooien over het oppervlak der aarde, over de vier hoeken der aarde.’

 

 

 

 

2. Toen geschiedde het dat de mensen elkaar niet langer meer begrepen en dit zorgde voor strijd en grote verwarring onder hen en omdat ze niet langer de bevelen van hun koningen en heren begrepen, stopten ze met het bouwen van de stad en begonnen te zoeken naar diegenen die een taal sprak die begrijpelijk voor hen was en om op die manier de plaats te verlaten, welke ze zelf “Verwarring” begonnen te noemen.

 

 

 

 

3. En daarom wordt het Babel genoemd, want de Heer was ontstemd over hun werk en het was in die tijd in de historie van de aardse mens dat de Heer de taal van iedere man, vrouw en kind in die plaats verwarde en vermengde en vanuit daar verspreidde de Heer hen over iedere hoek van de aarde.

 

 

 

 

4. En dit waren de generaties van Sem, de zoon van Noach, de hogepriester van de heilige orde van het priesterschap van de Zoon van God, welke Arpaksad verwekte op de leeftijd van honderd jaren, slechts twee jaren na de vloed. En Sem leefde nog vijfhonderd jaren en verwekte zonen en dochters. Arpaksad leefde 35 jaren en verwekte Salah; en Arpaksad leefde nog 403 jaren nadat hij Salah verwekt had en verwekt zonen en dochters. En Salah leefde dertig jaren en verwekte Eber; en nadat hij Eber verwekt had leefde hij 403 jaren en verwekte zonen en dochters. Eber leefde 34 jaren en verwekte Peleg; en Eber leefde 130 jaren nadat hij Peleg verwekt had en hij verwekte zonen en dochters. Peleg leefde 30 jaren en verwekte Rehu; en nadat hij Rehu verwekt had leefde hij 209 jaren en verwekte zonen en dochters. Rehu leefde 32 jaren en verwekte Serug; en Rehu leefde 207 jaren nadat hij Serug verwekt had en hij verwekte zonen en dochters. Nahor leefde 29 jaren en verwekte Terach; Nahor leefde 119 jaren nadat hij Terach verwekte en verwekte zonen en dochters. | En Terach leefde 70 jaren en verwekte Abram, Nahor en Haran.

 

 

 

 

5. Dit waren de generaties van Terach; toen hij Abram, Nahor en Haran verwekte; en Haran werd de vader van Lot. Maar Haran stierf voor zijn vader Terach, in het land van zijn geboorte, in Ur der Chaldeeën. 6. Abram en Nahor namen vrouwen voor zichzelf en de naam van de vrouw van Abram was Sarai en de naam van Nahors vrouw was Milka, de dochter van Haran, de vader van Milka en Jiska. Maar Sarai was onvruchtbaar en had geen zoon. In deze dagen nam Terach zijn zoon Abram en Lot, de zoon van zijn zoon Haran en Sarai, zijn schoondochter, vrouw van zijn zoon Abram en ging met hen uit Ur der Chaldeeën naar Kanaän en ze woonden daar.