Het Verzegelde Boek

van de Platen van Mormon

Studie van ‘Het verzegelde Boek van Mozes’

Hoofdstuk 7

Nimrod verkiest zichzelf als de beloofde afstammeling, Babel wordt gebouwd en andere steden; creëert scholen van wijsheid met het doel om de gave van God teniet te doen bij kinderen.

 

 

 

1. Na de Vloed sprak het gehele land nog steeds in dezelfde taal en dialect en ouders hadden het gebruik om hun kinderen op zo’n manier te onderwijzen over de goede gevoelens die afkomstig zijn van de Geest van God, dat zulke leringen de gewoonte werden na de Vloed onder de afstammelingen van Noach, precies zoals God het bedoeld had.

 

 

 

 

2. Maar het geschiedde dat één van de afstammelingen van Cham onder de invloed van Satan, in zijn hart zocht om volledige controle te hebben over de mensenkinderen en hij viel steden en dorpen binnen, doodde de mannen en nam kinderen en vrouwen gevangen en maakte iedereen tot slaaf die het niet eens was met zijn bevel.

 

 

 

 

3. Zij die aan zijn macht onderworpen waren werd opgedragen vele taken uit te voeren, hetzij om vruchten en granen te planten en te oogsten; om het vee te hoeden en dieren voor de slacht, in de productie van bakstenen om huizen te bouwen en beschermende wallen; om wapens en ornamenten van oorlog te maken. En de sterkste en behendigste mannen werd opgedragen om in militaire dienst te gaan, aangezien zij zich in een vallei in het land van Shinar bevonden.

 

 

 

 

4. En met de toename van groei van het volk om hem heen hem, ging Nimrod verder met het uitkiezen van aanvoerders die namens hem verantwoordelijkheid aflegden bij het volk en ze zeiden tegen elkaar: ‘Laat ons bakstenen maken en in het vuur koken.’ En ze zeiden: ‘Laat het volk van Sinear komen, laten we een stad bouwen en een toren waarvan de hoogte tot vlakbij de hemel zal zijn waar we voor de beloofde afstammeling een poort op mogen richten om de woning van God binnen te gaan en laten we naam maken voor onszelf zodat we niet verstrooid worden over het oppervlak der aarde, maar generatie na generatie herinnerd zullen worden omdat het voorbestemde zaad met ons is: Nimrod, de machtige onder de mensenkinderen.’

 

 

 

 

5. Met de verspreiding van het woord dat de beloofde afstammeling in de wereld was en heerser was over zijn eigen koninkrijk, begonnen vele andere mensen zich moedwillig bij hem aan te sluiten op de vlaktes van Sinear, zodat het nodig was om meer steden op te richten om de bevolking onderdak te verlenen, allemaal rond het land van zijn regering; sommigen verder weg dan anderen vanwege het erts en andere artefacten die toegevoegde waarde hadden voor zijn heerschappij. En zo begon Nimrod koningen te roepen om deze steden te besturen maar het waren slechts dienaren van zijn koninkrijk en onderworpen aan zijn bevel.

 

 

 

 

6. De mensen van die tijd wisten heel goed dat God een belofte had gedaan aan zijn nakomeling, maar niemand wist hoe en wanneer Zijn nakomeling zou komen om te heersen over de zonen van Adam. Met als gevolg dat Satan de betekenis van de belofte begon te verdraaien en het toepaste op Nimrod die van de situatie wou profiteren, want sinds het begin van zijn jeugd zocht hij in zijn hart naar een manier om het presidentschap van het Priesterschap van de Eniggeboren Zoon van God te verkrijgen en nu stond hij aan het hoofd van het Priesterschap presidium, in de koninklijke positie van de beloofde nakomeling.

 

 

 

 

7. In overeenstemming met zijn egoïstische verlangen om een grote naam voor zichzelf te stichten koos hij zichzelf als de beloofde nakomeling. Toen geschiedde het dat Nimrod een priesterlijke kaste koos om hem als de zoon van God te vertegenwoordigen. — Als ruil kregen deze priesters hulp van Satan, door middel van machtige werken en voortekenen en beetje bij beetje begonnen ze hiërarchieën en priesterlijke gewaden te ontwerpen en door middel van tekenen en geheime handdrukken begonnen de hogepriesters zich te onderscheiden van hen die minder belangrijk waren.

 

 

 

 

8. Al snel begonnen de priesters in de orde van Mahan leerstellingen te vormen met betrekking tot de beloofde afstammeling en om de correcte uitspaak van de naam Nimrod te veranderen met de uitspraak van de naam Marduk, wat ‘de Heer’ betekent.

 

 

 

 

9. In deze dagen, toen Nimrod erin slaagde om zich te laten vereren als de beloofde afstammeling, begonnen hij en zijn bondgenoten priesterschapslisten binnen het land te verspreiden om de absolute controle te houden over de mensenkinderen en van dit geheim wist alleen de priesterlijke kaste waar hij ‘de Heer’ van was en hogepriester van de orde van Mahan, vandaar de naam Marduk.

 

 

 

 

10. Hij wist dat de gaven van Gods Geest zuivere en verheven gevoelens waren en dat ze overgedragen waren van vader op zoon sinds de dagen van Noach. Hij wist ook dat zulke gevoelens, verenigd met het priesterschap van de Zoon van God, waarvan de sleutels op Sem en zijn nakomelingen rustten en werkzaam waren in de afstammelingen van Jafet, al gauw de verspreiding van zijn regering zou belemmeren buiten het land Sinear.

 

 

 

 

11. Met dit in gedachten stelde hij voor om een school van wijsheid te stichten in de steden die hij bouwde, waar alle kinderen van alle volkeren van de aarde instructies zouden ontvangen op het hoogste niveau, om hun kennis te verbeteren van het schrift; van astrologie; wiskunde; architectuur; bouw; muziek en religie.

 

 

 

 

12. Dit alles zou gratis aan alle volkeren worden aangeboden en waar kinderen konden genieten van de beste accommodatie en het beste eten dat Nimrod te bieden had. — Hiermee werd een besluit opgesteld dat door zijn boodschappers naar de vier hoeken van de aarde gebracht werd waar zich ook maar gezinnen bevonden en deze gezinnen zouden dan geïnformeerd worden over de grootheid van Nimrod.

 

 

 

 

13. Dit doel, wat heel nobel leek, was gehuld in priesterlisten; met illusies en duisternis— De meesterpriesters welke voorbereid werden om de kinderen te onderwijzen die door hun vaders gebracht werden naar deze zogenaamde school van wijsheid hadden als richtlijn om de gaven van de Geest van God in hun harten uit te schakelen en ze lieten hen geloven in al het tegenovergestelde van alles wat hun ouders hen hadden geleerd voordat ze het hogepriesterschap van Marduk binnentraden, wat onder de mensenkinderen uitgeroepen was als poorten der wijsheid.

 

 

 

 

14. De instructies waren duidelijk: alles wat kinderen geloven zou onfeilbaar worden toegeschreven aan de macht van het kwaad; dus als iemand haar vader de gave van de Geest zou zien gebruiken om iemand in het gezin te helen of zelfs wonderbaarlijke hulp ontvangen vanuit de hemel, dan zouden ze onmiddellijk hun vader en moeder afkeuren vanwege zulke handelingen en beweren dat zijzelf in het begin bedrogen waren toen hun voorouders magie en hekserij gebruiken om voordeel te behalen vanuit de geestenwereld.

 

 

 

 

15. Deze manier van onderwijs werd algemeen aanvaard onder de volkeren der aarde en in korte tijd hielden de macht en invloed van de gaven van de Geest van God in de gevoelens van mensen op te bestaan en werden hun harten opnieuw vervuild door de voorschriften der mensen en vergiftigd door de geest van Satan.

 

 

 

 

16. Vele van deze kinderen ondergingen de priesterlijke inwijding van de school van Marduk om zo de ondergeschiktheid te vereeuwigen van de mensenkinderen aan een man in het ambt van God. En toen God de mensen over de vier hoeken der aarde verspreidde, waren het deze jonge priesterlijke leerlingen die later koninkrijken vestigden met hetzelfde grondbeginselen: waar een man wordt vereerd als de zoon van God, of van de goden, omdat er een vermenging was van leerstellingen onder de mensen die samen vergaderd waren in het land Sinear.