Het Verzegelde Boek

van de Platen van Mormon

Studie van ‘Handelingen van de Drie Nephiten’

Hoofdstuk 6

 

1. Dit is wat Jezus ons vertelde toen Hij onder ons was: ‘Als jullie Mijn geboden strikt gehoorzamen en Mijn verbonden onderhouden, dan zullen jullie Mijn speciale bezit zijn onder alle volkeren der aarde. En jullie zelf zullen een koninkrijk van priesters en een heilige natie worden.’

 

 

 

 

2. Als onderdeel van Zijn verbond met Abraham dat alle volken van de aarde gezegend zullen worden door middel van een ‘uitverkoren zaad’, hield Hij, Jezus, die de ‘Beloofde Afstammeling’ was, dezelfde belofte onder de kinderen van Lehi en plaatste het presidentschap van het hogepriesterschap van Zijn Kerk op mij, Nephi en van generatie tot generatie op mijn nakomelingen voor wat betreft Zijn bestuur van de Kerk van Christus hier in het land van onze erfenis, vergelijkbaar met het bestuur van de Kerk van Christus in het land van Jeruzalem; want volgens de ijver die we laten zien voor het evangelie van Christus zullen ik en mijn nakomelingen kanalen van openbaring zijn voor de kerk in dit land van belofte, aangezien we geen contact hebben met degene die de sleutels draagt van het koninkrijk welke op zijn hoofd geplaatst zijn door de handen van Jezus, toen Hij diende onder de Joden in het land van onze voorouders.

 

 

 

 

3. De basis van deze belofte die verleend werd aan de eerstgeborene van dit zaad is geplaatst op het hoofd van een rechtvaardige nakomeling van de geslachtslijn van Nephi, als de eerstgeborene niet het verlangen heeft om dit ambt te vervullen in de plaats van zijn vader, of hiervoor niet waardig is.

 

 

 

 

4. Ik, Nephi zelf, met wie Christus het verbond maakte, vertel je met alle kracht van mijn hart dat wij, de Nephieten, ja, dit speciale bezit van Jezus kunnen worden onder alle andere volkeren van de aarde en een koninkrijk van priesters en een heilige natie kunnen worden.

 

 

 

 

5. Weet daarom, allen van u, o volk van de Kerk van Christus, dat Melchizedek tegelijkertijd een koning en een priester was met een ambt van het hogepriesterschap vergelijkbaar met Henoch. En nu hebben we dezelfde benoeming op het hoofd van Nephi gelaten en uitgebreid naar elke natie, met de mogelijkheid om een koninkrijk van priesters voort te brengen, om voor een koninklijk priesterschap onder de volkeren der aarde te zorgen.

 

 

 

6. Maar deze voorwaarde hangt af van het strikt gehoorzamen van de geboden van Christus en het werkelijk onderhouden van Zijn geboden.

 

 

 

7. Laten we desalniettemin goed begrijpen dat de wet van Mozes, die door onze voorouders naar dit land van belofte gebracht werd, heeft gediend als een leermeester totdat Christus onder ons verschijnt en ons een nieuw verbond geeft waarin de belofte gemaakt is dat we een koninkrijk van priesters zullen zijn volgens de orde van Melchizedek waarin het hogepriesterschap, zoals het in den beginne was, in de laatste dagen hersteld zal worden.

 

 

 

 

8. En nu, broeders, zie, ik, Nephi, die degene is die Christus heeft aangewezen tot het presidentschap van het hogepriesterschap onder Zijn Kerk hier in het land van ons erfdeel, roep u op tot een algemene vergadering om te eisen dat u Zijn geboden onderhoudt en om onszelf als heilig volk waardig te maken en Zijn genade waardig te zijn.

 

 

 

 

9. Laten we daarom oprijzen om een samenleving en een stad op te richten die Jezus Christus aan ons voorgesteld heeft, zodat we Zijn rust binnen mogen gaan.

 

 

 

10. Bedenk echter dat alle goede gevoelens van God komen en de slechte gevoelens uit de duivel voortkomen en dat het niet mogelijk zal zijn om een Verenigde Orde op te richten onder de Nephieten vergelijkbaar met de stad van Henoch, als er op één of andere manier een onbalans is in de goddelijke natuur die in u is, wat ervoor zorgt dat de slechte gevoelens die afkomstig zijn van het kwaad onze harten doorboren.

 

 

 

11. Want de duivel is een vijand van God en zijn gaven brengen gevoelens teweeg die het goede hart vergiftigen, waardoor er een constante strijd gevoerd wordt tussen de gaven van leven en met die gevoelens die dood veroorzaken.

 

 

 

12. Ja, voorwaar, voorwaar, ik zeg u; elk gevoel dat mensen overhaalt om het goede te doen onder hun broeders en hen aanspoort om lief te hebben, komt voort uit de hand van God.

 

 

 

13. Maar zie, elk tegenovergesteld gevoel, wat nuttig lijkt maar wat niet uit liefde voorziet in de noden van de medemens, komt voort uit het kwade.

 

 

 

14. Dus pas op dat u niet in de valstrikken van de duivel valt en verstrikt raakt in zijn sleepnet. Want de gevoelens die hij aan zijn gaven ontleent lijken op goddelijk gevoelens, waarmee hij de aardse mensen met zóveel overtuigingskracht bedriegt dat ze het slechte goed en het goede slecht noemen.

 

 

 

15. Maar zie, toen Jezus Christus ons verliet heeft Hij ons niet volledig in de steek gelaten, maar hij stuurde ons zijn Heilige Geest welke aan ons gegeven werd door de gave van de Heilige Geest na de doop door handoplegging van hen die de juiste autoriteit bezitten, zodat we het goede van het kwade kunnen onderscheiden en een perfect onderscheidingsvermogen mogen hebben om de duisternis van het licht te onderscheiden, wat ons hart vervult en we er op die manier voor kiezen om het pad van helderheid te volgen door de leer van Zijn evangelie.

 

 

 

16. Daarom smeek ik u, broeders, zusters en vrienden, om samen als één lichaam met ons verenigd te blijven in de Kerk van Christus en ijverig te zoeken om onderscheid te maken tussen de duisternis van de duivel en het licht van Christus in uw manier van voelen en alle dingen opzij te zetten die schadelijk zijn voor uw manier van leven.

 

 

 

17. Dit is daarom het geheimenis dat God in de afgelopen eeuwen beschermd en verzegeld heeft om in de volheid der tijden te openbaren. Toen Hij de eerste man en vrouw schiep begiftigde God hen daarom met de volheid van Zijn wezen en er was geen kwaad gevoel in hun hart maar vanwege hun val erfden hun nakomelingen zonde en dood en zwakheid van de ziel en de slavernij van de geest in zichzelf.

 

 

 

18. Dit zorgt ervoor dat de mens een slaaf is van de tegengestelde gevoelens die gecreëerd worden door de aartsvijand van onze God en tenzij we ons onderwerpen om te leven onder de leiding van de hemelse wetten, door een gemeenschappelijke overeenkomst voor de wetten van Zijn evangelie, we nooit volledig vrij zullen zijn van corruptie en verlangens die ons hart voortdurend aanvallen door een wervelwind van gevoelens en een verdoving van onze gedachten, welke ons voortdurend afleiden van het pad dat we moeten volgen.

 

 

 

19. Maar met de Heilige Geest van God, door Zijn gaven, zal Zion overspoeld worden met vrede en zachtmoedigheid onder de inwoners, want de goede gevoelens zullen, als een stem in onze oren¹, ons de weg voorwaarts wijzen, Amen! (1) Jesaja 30:21

 

 

 

20. Dit waren de woorden van mijn vader Nephi, ter nagedachtenis van de leringen van Christus, toen de twaalf alle Nephieten vergaderden van onder de Jakobieten, de Jozefieten en de Zoramieten met het doel om de stad van Zion te bouwen en een nieuw Jeruzalem, zoals is geprofeteerd door de profeten van weleer. Vanwege de woorden van mijn vader werden bij die gelegenheid meer dan duizend mensen gedoopt.